zondag 5 oktober 2014

Tirza en module opdrachten renaissance

Tirza

1) Waar gaat het verhaal over? Vat het verhaal samen in maximaal 20 woorden.
  • Tirza raakt vermist en haar vader (Jörgen Hofmeester) gaat haar zoeken, hij vindt haar met haar vriend en vermoordt ze allebei.

2) Beschrijf in maximaal 100 woorden wat je tijdens het lezen van het boek vond. Had je zin om door te lezen, hoe komt dat door jou? Licht je antwoord toe.
  • Het begin werd enorm lang uitgerekt, Ik moest mezelf er echt toe zetten om het te lezen. Soms begreep ik ook niet helemaal meer wat er gebeurde omdat er heel veel flashbacks in zitten. Naarmate het einde naderde, waarin Jörgen Tirza ook echt ging zoeken, werd het steeds makkelijker omdat het leuker werd en er gebeurde veel meer. Bijvoorbeeld: Jörgen vertrekt naar Namibië om Tirza te vinden, hij komt Kaisa daar tegen (een klein meisje) en vindt uiteindelijk Tirza en Choukri, waarbij hij Tirza neerslaat met een pook en Choukri in stukjes zaagt met een kettingzaag. 

3)      De auteur presenteert in dit boek een visie op de werkelijkheid, ‘de idee’. Welke is dat volgens jou en waarom? Licht toe met handelingen of voorbeelden uit de tekst. Maximaal 100 woorden.
  • Ik denk dat 'de idee' inhoudt dat het hoofdpersoon (Jörgen) vind, dat de vriend van Tirza een terrorist is. Het doet hem namelijk denken aan Mohammed Atta van de aanslag op de Twin towers. Veel islamitische mensen worden nog steeds gediscrimineerd met het feit dat hun 'soort genoten' die aanslag hebben gepleegd. Ik denk ook eerlijk gezegd dat de hoofdpersoon een islamitische achtergrond heeft, of iets in die richting. Hij heet namelijk Choukri.


4)      In hoeverre vind je deze visie actueel? Kunnen lezers anno 2014 iets opsteken van deze visie? Wat heb jij van het lezen van het boek opgestoken, op welke manier heeft het je aan het denken gezet? Minimaal 50 woorden.
  • Het is op zich wel een goed boek, maar ik denk niet dat iemand hier ook maar iets van kan opsteken. Het is namelijk fictie en het lijkt me onlogisch dat als je dochter vermist raakt en je haar eindelijk vindt, haar gelijk vermoordt. En daarna ook nog haar vriend. Apart. Het feit dat er nog steeds wordt gedacht, zoals ik net al beschreef hierboven, dat mensen met islamitische achtergrond nu nog mensen beschuldigen van de aanslag van 9/11 en dat het nu ook weer in het boek wordt gebruikt vind ik een beetje raar, maar goed het is fictie en alles kan in fictie.


_________________________________________________________________________

Leg uit waarom Vondel , Huygens en Hooft nog steeds interessant gevonden worden binnen de Nederlandse literatuur.
150 woorden in goed  Nederlands

Ze worden nog steeds belangrijk gevonden in de Nederlandse literatuur omdat ze zo'n verandering brachten in de Nederlandse literatuur. Hun stijl van schrijven was niet altijd heel erg anders dan die van anderen, maar de onderwerpen waren vaak heel anders. Zoals het hekeldicht van Joost van den Vondel. Nog niemand durfde zulke gedichten te schrijven, uit angst om vermoord te worden.
In de 19e eeuw begon het Koninkrijk der Nederlanden te ontstaan. De staat had behoefte aan grote voorbeelden, waarbij al snel naar de 17e eeuw werd gekeken omdat Nederland daar een echt hoogtepunt had. Daarom is Rembrandt nu nog bekend en natuurlijk vielen Vondel, Huygens en Hooft daar ook onder.
Ik heb ook wat extra informatie opgezocht over de Muiderkring. DIe bestaat nu nog!
________________________________________________________________________________



1 Noem ten minste twee redenen waarom Vondel al in zijn eigen tijd te boek stond als ‘de grootste schrijver’.
  • Hij heeft veel gebeurtenissen uit de Gouden Eeuw becommentarieerd;
  • Hij koos vaak de duidelijke partij.


2 Leg uit hoe het kon dat een beroemd auteur als Vondel geldproblemen had, terwijl hedendaagse beroemde auteurs gemakkelijk van hun pen kunnen leven.
  • Hij was een kousenhandelaar, maar hij ging failliet en hij ging werken bij de Amsterdamse Bank van Lening. Daar mocht hij tijdens het werk schrijven en dat gebeurde niet vaak.


3 Zoek zelf achtergrondinformatie bij het gedicht Het stockske.

Welke gebeurtenis wordt hier door Vondel beschreven?
  • Hij beschrijft de slag van Nieuwpoort, het feit dat Maurits geen leger naar Duinkerken wilde sturen, omdat hij het een te groot risico vond. Vondel dat dit landverraad was omdat hij niet zijn 'missie' zou afmaken en daarmee 'het land verraadde'.


In het gedicht wordt het stokje aangesproken alsof het een persoon is: waarom gebruikt Vondel deze techniek?
  • Zodat degene voor wie het bedoeld is (in dit geval Maurits) zich aangesproken voelt. 


Welke boodschap wilde hij met het gedicht geven?
  • Hij wilde zeggen dat Maurits echt het verkeerde heeft gekozen en daarmee vertellen dat Vondel een hekel aan hem heeft (vandaar de naam hekeldicht).


 Kun je het stokje tegenwoordig nog ergens bekijken?
  • Als hiermee bedoelt wordt of je dit hekeldicht nog steeds kan toepassen op de huidige situatie in Nederland denk ik van niet. Wij hebben nu niet echt landverraders volgens mij.

_________________________________________________________________________


Onderzoek via allerlei naslagwerken, maar zeker ook via internet, het komische toneel van de zeventiende eeuw. Geef de namen van auteurs, stukken, uitgevers  en verschijningsdatum.
Vermeld je zoekstrategie. Zorg voor een lijst van minimaal tien stukken.
Het doel is een uitputtende opsomming van alle stukken die bij het komisch toneel horen.
Omschrijf daarbij wat jij tijdens jouw onderzoek onder komisch toneel hebt verstaan.

·         Trijntje Cornelisdochter (1653, Constatijn Huygens)
·         Every Man Out of his Humor (1599, Ben Jonson)
·         Jan Klaasz of Gewaande dienstmaagt (1682, Thomas Asselijn)
·         Warenar (1617, P.C. Hooft)
·         Tartuffe (1664, Molière)
·         Le Cid (1637, Corneille)
·         Gysbrecht van Aemstel (1637, Vondel. Valt ook onder tragedie!)
·         A Midsummer Night's Dream (1590-1594, Shakespeare).
·         't Groote visch-net (1657, Zoet. Dit valt onder komedie, er is een reflectie van de werkelijkheid)
·         Moortje (1615, Bredero)
  • De komedies waren echt puur en alleen voor het amusement. Het had geen nut. Je had tragedies en komedies, tragedies hadden een slecht einde en komedies een goede. De tragedie moest ook voldoen aan de drie eenheden (eenheid van handeling, eenheid van plaat en eenheid van tijd).  Bij komedies was dit niet zo. Komedies gaven een reflectie van de werkelijkheid, maar op een grappige wijze.

Ik kon bij de meesten niet vinden wat de uitgeverij was, dus toen dacht ik of bij elk toneelstuk een uitgeverij, of bij geen een.
Ik heb verschillende termen ingetypt op google.

·         http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/goudeneeuw/tekst/lgge109.html
·         http://www.britannica.com/EBchecked/topic/127459/comedy/51096/Rise-of-realistic-comedy-in-17th-century-England
·         http://nederl.blogspot.nl/2013/10/humor-uit-de-gouden-eeuw.html
·         http://www.scholieren.com/boekverslag/45228
·         http://www.usgym.nl/vakken/Beeldende%20Vorming/2%20hofcultuur/basisreader_hof.pdf
·         http://www.tzum.info/2014/06/column-coen-peppelenbos-wat-zouden-leerlingen-moeten-kennen-van-de-gouden-eeuw/
·         http://nl.wikipedia.org/wiki/Komedies_van_Shakespeare
·         http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/goudeneeuw/tekst/lgge094.html

Leg uit wat een puntdicht is en geef twee voorbeelden uit het werk van Huygens.
  • Een puntdicht is een kort gedicht met een grappige inhoud of een pakkende gedachte, of zoals Huygens het zelf noemde: Het is een Dicht dat snel en dicht is.

·         Al is het vliegje nog zo klein
het werpt zijn schaduw op het plein.

  Een valse munter
Dirk heeft verstand van als
't meeste nog van geld te maken,
dan echt, en dan eens vals,
naar tijd en loop van zaken.
Nu kost het hem zijn hals,
daar moest hij toe geraken.
En 't is hem wel gegund:
hij had erop gemunt.
 

Schrijf twee originele puntdichten

Ik hou van de zee, ik hou van de rotsen,
maar als ik jou zie moet ik kotsen.

De groenten van mijn moeder zijn dan wel gezond,
maar ik stop liever een Big Mac in mijn
 mond.
________________________________________________________________________________


1 Wat waren de belangrijkste ideeën die Hooft met zijn werk wilde uitdragen? Noem er drie.
  • Humanistische denkbeelden kenbaar maken;
  • landbelang boven eigenbelang;
  • ondergeschikten goed behandelen.

  
2 Lees het Deuntje, op deze pagina, dat begint met ‘Als Jan Sijbrecht zou belezen’.

Omschrijf kort (in maximaal 100 woorden) de rol van Jan en de rol van Sijbrech in dit lied.
  •    Jan en Sijbrecht zijn man en vrouw en ze hebben denk ik enorme ruzie, maar ze houden nog steeds van elkaar.
  • Wat ook kan, is dat het een soort verhaaltje is. Jan en Sijbrech willen gaan trouwen, wat vervolgens ook gebeurt, maar dan komen er allemaal dingen bij kijken die ze niet hadden verwacht. Ze krijgen ruzie maar ze blijven volhouden dat ware liefde voor altijd is.


 Leg uit wat Jan en Sijbrecht bedoelen met de refreinregel ‘Reine liefd’ kan niet vergaan’.
  • Ware liefde gaat niet zomaar weg. Als je echt verliefd ben, gaat het nooit meer over.


3 Ga naar http://home.hetnet.nl/~corpetrus/dichters/FrancescoPetrarca.htm en lees sonnet 134 en sonnet 292.

Vergelijk deze sonnetten met ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’ van P.C. Hooft, dat in het Terzijde bij deze pagina (Hooft op vrijersvoeten) is opgenomen). Zie je overeenkomsten of verschillen?
  •  overeenkomsten: vanuit ik-perspectief, laatste regels niet. Sonnet 134 en 292 hebben hetzelfde rijmschema.
  • verschillen: het rijmschema  van Mijn Lief en 134(& 292, zij hebben hetzelfde rijmschema); Mijn Lief=ABBA, ABBA, C C, DEED & 134=ABAB, ABAB, CDC, DCD.


 Voldoen de sonnetten aan de algemene regels die op de literatuurgeschiedenispagina ‘Revolutie in de Nederlandse literatuur’ gegeven worden? Geef argumenten voor je antwoord.
  • Ja, ze hebben hetzelfde rijmschema, het begin wordt vanuit ik- perspectief verteld en het einde niet en het gaat natuurlijk over de liefde. 

zaterdag 3 mei 2014

De Verdronkene

Titel: De Verdronkene
Auteur: Margriet de Moor
Jaar uitgave: 2005
Uitgeverij: Contact
Aantal pagina's: 334

Auteur

Margaretha Antoinetta Neefjes wordt 21 november 1941 geboren. Ze groeit op in een katholiek gezin, wat bestaat uit 10 kinderen. Na op school te hebben gezeten waar haar ouders werkten, ging ze naar het HBS, waarna ze weer vertrok naar het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Ze treedt vaak op als zangeres en aan het eind van de jaren 70 gaat ze klassieke talen en kunstgeschiedenis studeren. Samen met haar man ( Heppe de Moor) beheert ze een kunstenaarssalon in Den Bosch. In 1988 debuteert Margriet met Op de Rug gezien, waarmee ze in 1989 wordt genomineerd voor de AKO-literatuurprijs. Met Eerst grijs dan wit dan blauw weet ze in 1992 de AKO-literatuurprijs zelfs te winnen. 

Opdracht

Vraag 1 Het boek 'De verdronkene' heeft twee motto’s. 
Het is alsof de tijd niet meer recht voor ons uitloopt, in een vervagende lijn, maar als een bochtige draad parallel tussen ons in. 
( William Faulkner, Uit: “Terwijl ik op sterven lag”)

Es bellen die Hunde, es rasseln die Ketten, Die “Menschen schlafen in ihren Betten 
(Wilhelm Müller/Frans Schubert, Uit: “Winterreise”)  

a Breng het eerste motto in verband met het boek.
Het verhaal wordt een beetje door elkaar heen verteld. (Dit was het enige dat ik kon verzinnen, ik heb wat op internet gezocht en toen begreep ik het wat meer:) Lidy gaat dood en Armanda voelt zich alsof ze Lidy's plaats moet innemen, zij ging tenslotte ook in plaats van haar naar Zeeland. 

b Leg vervolgens een verbinding tussen het tweede motto en het boek.
Het betekent: Het doet de honden blaffen, de kettingen ratelen, maar de mensen slapen in hun bedden. (Dat denk ik tenminste.) Ik denk dat hiermee bedoeld werd dat ondanks dat alle "alarmbellen" gingen rinkelen, de mensen toch gingen slapen. Wat ook gebeurt tijdens de watersnoodramp, de mensen wisten dat er een zware storm op komst was met tijdens hoge springvloed, maar toch gingen ze rustig naar bed alsof er niks aan de hand was. 



Vraag 2          'De verdronkene' is opgebouwd als een klassiek drama in vijf delen. Ook de klaagliederen waaruit de predikant citeert tijdens de rouwdienst van Lidy, bestaat uit vijf liederen.
Klaaglied 1: Het bittere lot van de stad Jeruzalem, rouw om de eenzame, troosteloze en verwoeste stad.
        a          Geef aan hoe al in deel 1 ‘Het weekenduitstapje’ het bittere lot wordt geschetst dat zich voltrekt voor Lidy, Armanda en de provincie Zeeland? (Baseer je antwoord op blz.. 13, 15, 18, 20, 51, 53/55, 70/77, 79/81 en 84/88)In het verhaal lijkt het alsof de verteller al precies weet wat er gaat gebeuren, dit merk je terug in het verhaal. Er staan vaak dingen zoals: "Een kwartier nadat ze haar zuster voor het laatst in leven had gezien, liep Armanda over de markt." Hij vertelt het meeste al voorspellend. 
                    b          In hoeverre kun je de ontkenning van Armanda dat zij Lidy heeft aangespoord naar Zeeland te gaan, zien als een vorm van verraad? (Baseer je antwoord op blz. 18, 21/30, 46/48, 50/55, 83/87 en 320)
Omdat ze dan eigenlijk liegt, aangezien in het begin van het boek wordt gezegd: "Dat het hele plan niet van haarzelf afkomstig was, maar van Armanda, deed er niet toe." Maar ook omdat uiteindelijk bleek dat Armanda jaloers was op Lidy omdat zij Sjoerd als vriend had, Armanda wilde graag naar dat feestje van Betsy, want dan kon ze even bij Sjoerd zijn. Dit kan je ook als verraad zien. 
           
Vraag 3          Klaaglied 2: Woede, overzicht van de verwoesting en de kwade reactie hierop.
        a          Hoe uit zich de wanhoop en rouw om het bittere lot van Lidy bij haar man
                        Sjoerd? (Zie blz. 104/115)
Hij zoekt eigenlijk een vervanger en die kan hij vinden in Armanda, omdat ze zoveel op Lidy lijkt. Maar dit werkt niet en hij trouwt later weer een andere vrouw. 
        b          Welke reactie herken je bij de visite op de verjaardag van Armanda’s moeder? (Zie blz. 128/133)
De kwade reactie van (ik dacht) de jonge oom, dat er kleding is voor 8 miljoen man, terwijl het maar voor een half miljoen nodig is. En dat dat dan ook nog eens zo voor helemaal niks geregeld kan worden, terwijl het Rode Kruis daardoor bijna failliet gaat. Maar ook dat degenen die verstand hadden van dijken weggestuurd werden en anderen uit het hele land die maar een beetje met een schep konden omgaan moesten helpen. Compleet onlogisch natuurlijk. Ik snap zijn boze reactie, maar hij had er niet zo erg op in moeten gaan. 

Vraag 4          Wat een bevrijding zou moeten zijn, wordt een keurslijf. Als ze samen trouwfoto’s bekijken, merkt Armanda’s moeder op dat de opgewektheid haar dochter heeft verlaten. (zie blz. 186) Waaruit bestaat Amanda’s keurslijf? (Baseer je op blz. 187 en 192/194)

Ik denk Armanda denkt dat ze zich als haar oudere zus moet gedragen, zijn en blijven. Niemand zegt dat ze het moet doen, maar ze voelt dat het nodig is om die plicht te vervullen. (Iets heel anders weet ik er niet van te maken.)
           
Vraag 5          Klaaglied 5: Aanvaarding, afsluitende smeekbede om herstel; gebed om mededogen.
        Interpreteer het ‘Responsorium’, waarbij je je laat inspireren door enkele regels uit het motto dat hieraan voorafgaat: “Drijft nu de stroom van mijn gedachten / Door ’t ledige ruim van mijn geest / Ze ontmoeten geen tegenstand meer.”

Het Responsorium gaat eigenlijk vooral over de laatste gedachten van Lidy voor de watersnoodramp en nog meer over de laatste dagen van Armanda. 
                                    
RECENSIEOPDRACHT:          
Lees eerst de bijgevoegde recensie goed door

                     a          Hoe denkt de recensent(e) over het boek “De verdronkene”?
(Recensie 1) Arjan Peters vergelijkt het met: "Er hoeft maar dát te gebeuren, zoals de genoemde situaties uit eerder werk van Margriet de Moor illustreren, of de grond onder je voeten verandert in een moeras. Vaste grond bestaat niet. Het oeuvre van De Moor, hecht geconstrueerd als een stuk kamermuziek (haar verhalen en novelles) of een symfonie (de romans), is in weerwil van de vloeiende ritmiek van haar proza een krachtig protest tegen de mythe dat het leven maakbaar zou zijn." Dit is heel kort en mooi gezegd wat er gebeurt in het boek, vanuit Lidy's opzicht nadat zij is overleden. Ik denk dat hij het een goed boek vond en volgens mij vindt hij dat Margriet de Moors een aparte maar goede manier van schrijven heeft: "Een scherpe observatie: door alle ontwrichting, absurdisme en wat we de grillen van het lot plegen te noemen – in de ijdele hoop de verantwoordelijkheid voor alle ellende buiten onszelf te plaatsen – die zomaar om de hoek liggen te wachten op een prooi, die jij kunt zijn, juist jij die dacht je leven op orde te hebben, is niets meer gewoon in de zin van ongevaarlijk.
     Ook wat gewoon is verkrijgt iets sinisters, dat in aanleg misschien altijd al aanwezig was, en dat door ogenschijnlijk onschuldige aanleidingen wordt aangezwengeld."

b          Met welke argumenten ondersteunt hij(zij) zijn(haar) standpunt?
Zie de schuingedrukte zinnen hierboven. 

c          Vergelijk jouw mening met die van de recensent(e).
Noteer verschillen en overeenkomsten.
Ik vond dat Margriet de Moors een mooie manier van schrijven had, ze wist van de kleinste problemen een heel groot verhaal te maken en dat moet je ook maar net kunnen.
Overeenkomsten; we vonden het allebei een goed boek, mooi geschreven en de gedachten mooi opgeschreven.
Verschillen; hij zegt dat ze de ramp vermenselijkt door knusse scènes in te voegen. Ik vond van niet, ik had het idee dat dit de ramp nog erger maakte. Dood wordt door leven (in het geval van de hoogzwangere vrouw) vervangen, om vervolgens zelf nog dood te gaan. 

KEUZEOPDRACHT:     maak in ieder geval drie van de vier onderstaande opdrachten.

K1        “Alsem en vergif! zolang de ziel dit gedenkt, buigt ze zich neder in mij!” of “Vaak denk ik aan die bitterheid en het lijden. Ik zal deze vreselijke jaren nooit meer vergeten: mijn ziel zal altijd in de diepste droefheid blijven leven”

Hoe zijn onderstaande thema’s uit de “Klaagliederen” herhaald, bewerkt en toegesneden op het speciale geval van “De verdronkene”?
        a          Het bittere lot en de verwoesting; Het bittere lot is het moment dat Lidy overlijdt doordat er een keuze wordt gemaakt om haar naar Zierikzee te laten rijden. Zij denkt dat ze naar een verjaardag gaat, maar eigenlijk gaat ze haar eigen dood tegemoet. De verwoesting is volgens mij voor Sjoerd, zijn vrouw raakt vermist omdat ze in plaats van haar zus naar een verjaardag moet en dan in de watersnoodramp terecht komt. Plus natuurlijk de verwoesting van een Schouwen-Duiveland.    
        b          Wanhoop en rouw; Armanda weet niet goed wat ze moet doen en ik denk uit wanhoop naar Sjoerd toe ging omdat ze alleen was. En iedereen in Nederland rouwt wel door de watersnoodramp. Ik denk dat Sjoerd en Armanda hun rouw probeerden te verbergen voor elkaar en dus naar elkaar toetrokken, om hun problemen te vergeten. 
        c          Het verraad met een diep gevoelde schuld en schaamte; Ik denk dat dit voor Armanda geldt. Lidy ging in haar plaats naar Zierikzee, dus misschien dacht Armanda dat zij door haar dood ging en ze schaamde zich waarschijnlijk omdat dat gebeurde maar ook omdat zij de "mindere zus" was. 
        d          Het vertrouwen en de aanvaarding; Armanda vertrouwde Sjoerd in de relatie die ze kregen nadat Lidy was overleden. De aanvaarding staat voor Armanda en Sjoerd die moesten accepteren dat Lidy overleden was. 

K2        Bedenk vier andere goede titels voor het boek.
            Ga daarbij als volgt te werk:
                    a          Bedenk eerst waaraan een goede titel moet voldoen
Het moet te maken hebben met het gehele boek, of op z'n minst in verband kunnen worden gelegd met het boek. Het moet niet teveel van het boek weggeven, maar genoeg om het je aan te laten sporen om het te lezen. 
                    b          Noteer de vier titels
1. De vervanger
2. 1953
3. 36 uur en 75 jaar
4. Jaloezie 
        c          Leg voor elke titel uit waarom die goed bij het boek past. Breng die titels dus steeds in verband met het thema en motieven van het boek.
1. In plaats van de verdronkene dacht ik dat ik het boek iets meer naar Armanda kon toe trekken, ze voelt zich het hele boek door een soort vervanger van haar oudere zus nadat ze is overleden. 
2. Het jaar waarin de watersnoodramp gebeurde en dus ook het jaar waarin het boek de grootste rol speelde. Het hele boek draait om de watersnoodramp. 
3. Het verhaal van Lidy speelt zich af in 36 jaar en het verhaal van Armanda in 75 jaar. 
4. Armanda is altijd al jaloers geweest op Lidy, maar nu ze eigenlijk haar leven leeft, vindt ze het eigenlijk helemaal niet leuk. Ze heeft het idee dat ze maar een tijdelijke vervanger is. 

K3        Ga op zoek naar twee gedichten die goed passen bij het boek.
        a          Neem deze gedichten op in je verslag.

Overstroming van tranen

ik hou me tranen in bedwang, 
want o ik ben zo bang, 
dat als ik al mijn tranen laat komen,
dat dan de wereld zal overstromen

2 gezichten

De striemen van het verleden
Ze snijden in mijn huid
Het is zo lang geleden
Toch kom ik niet vooruit

Een ongelijke strijd die ik met mezelf voer
Oh zeker van buiten hard en oh zo stoer
Van binnen heel onzeker en ontzettend bang
Niet wetend wat het is waar ik zo naar verlang

Een meisje dat zich ergens heeft verstopt
Hard met haar benen tegen mij aanschopt.
Me wakker schudt en zich niet opzij laat slaan.
Ze blijft om aandacht smeken maar ik zie haar niet staan.

De strijd die zij aangaat mijn andere kant
Gevoelig, emoties of is het toch verstand
Ik moet haar laten spreken en toelaten wat ze voelt.
Ik moet haar leren begrijpen en weten wat ze bedoelt.

Ik wil haar eigenlijk niet kennen maar ik weet dat het moet.
Zij moet vertellen wat de andere kant van mij nooit doet.
Zij zorgt voor verwarring, pijn en veel verdriet.
Op een dag zal ik haar troosten maar nu kan ik dat nog niet.
(Komen beide van http://www.1001gedichten.nl vandaan)
        b          Zeg in eigen woorden wat er in de gedichten staat.Hij/zij probeert niet te huilen, want hij/zij is bang dat als hij/zij gaat huilen dat niemand zijn tranen meer kan inhouden.

Hij/zij kan het verleden niet loslaten en kan daardoor zit hij/zij enorm met zichzelf in strijd. De ene helft van haar wil het ene en de echte persoon wil iets anders en daar probeert hij/zij mee om te gaan. 
        c          Noteer zeker vijf overeenkomsten tussen het gedicht en het boek.
-Armanda wil niet dat iedereen om haar heen gaat huilen;
-Armanda zit in strijd met zichzelf;
-Ze zit dus niet alleen in strijd met zichzelf maar ook met Lidy, want ze is eigenlijk enorm jaloers op haar;
-Ik vond het eerste gedicht ook wel bijpassend door de zin: "dat de wereld dan zal overstromen", aangezien er een overstroming was;
-In het laatste gedicht wordt er gezegd: "Op een dag zal ik haar troosten maar nu kan ik dat nog niet." Dit kan op 3 manieren worden opgevat: 1. Armanda moet Nadja troosten omdat zij haar moeder nooit echt heeft gekend, maar daar is ze niet sterk genoeg voor; 2. Armanda moet zichzelf kunnen troosten, zichzelf vergeven dat haar zus dood is, maar daar is ze niet sterk genoeg voor; 3. Lidy moet Armanda troosten, maar dat kan niet omdat ze overleden is. 

K4        In dit pakketje bevinden zich minimaal twee recensies.
            Eén recensie heb je al behandeld bij de verplichte recensieopdracht.
        a          Hoe denkt de andere recensent(e) over het boek “De verdronkene”?
                    b          Met welke argumenten ondersteunt hij(zij) zijn(haar) standpunt?
        c          Vergelijk de meningen van beide recensenten met elkaar.
        d          Noteer in een overzichtelijk schema de overeenkomsten en verschillen.

donderdag 17 april 2014

Lucifer

Lucifer

Titel: Lucifer
Auteur: Aldegonda Petronella Huberta Maria (Connie) Palmen
Jaar uitgave: 2007
Uitgeverij: Prometheus
Aantal pagina's: 350

Auteur

Aldegonda Petronella Huberta Maria (Connie) Palmen is geboren op 25 november in Sint Odiliënberg.
Ze groeide op in een katholiek gezin. Ze was zeer onder de indruk van het geloof en wilde graag priester worden, maar aangezien ze een meisje was kon dat niet. 
Op de middelbare school deed ze mavo, maar haalde slechte cijfers. Blijkt dat ze een hoog IQ heeft en zich gewoon verveelde. 
Na de middelbare school ging ze naar de Pedagogische Academie in Roermond, waar ze ook haar havodiploma haalde. 
in 1978 ging ze naar Amsterdam om Nederlands te studeren en vervolgens debuteerde ze in 1991 met de literaire roman De Wetten. 


Recensies

Eigen recensie:
Dit verhaal is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, daarom bleef het boek leuk, ondanks dat ik er weinig van snapte. Omdat het gebaseerd is op een waargebeurd verhaal, klopt alles wat gezegd wordt en zijn er logische gedachten in het gehele verhaal (soms is het zo dat de schrijver zich niet echt meer met de gebeurtenis bemoeit en dan zijn verhaal schrijft zonder het conflict, terwijl dat belangrijk is). 
Je leert elke rol in het boek goed kennen (zodra je doorhad wie wie was) en dat zorgde ervoor dat ik toch wel verder wilde lezen.
Jammer genoeg zat er niet echt een duidelijk einde, je weet toch nog steeds niet wat er precies gebeurd is op 26 juli 1981, maar hierbij kan je zelf je eigen conclusie trekken. 


Samenvatting

Het eerste bedrijf is vooral een beschrijving van waar het boek over gaat, een soort lange inleiding met kennismaking van de meeste karakters. 
Lucifer (het tweede, derde, vierde en vijfde bedrijf) gaat over de vrouw van Lucas Loos, Clara. Ze gaan op vakantie met hun zoontje Quint en vrienden. Op 26 juli 1981 "valt" Clara van een muurtje op het terras, naar beneden. De tragische dood van Clara leidt tot geruchten in de gehele omgeving. Iedereen die belangrijk is in het verhaal, komt aan bod om te vertellen over zijn of haar geschiedenis met Clara en ze vertellen allemaal wat ze denken van het tragisch ongeval. De een denkt dat het zelfmoord is, de ander denkt dat Lucas heeft geduwd. Alles duidt op zelfmoord, ze had een testament gemaakt, had haar goede vrienden verteld wat ze moesten doen zodra ze er niet meer was. Maar Lucas vertoont ook zeer verdacht gedrag. Er is vrij weinig waaruit blijkt dat hij echt verdriet heeft om wat er is gebeurd met zijn echtgenote bijvoorbeeld. Niemand weet wat er echt gebeurd is en dat weet je aan het einde van het boek helaas ook nog niet.
Ik denk eerlijk gezegd dat Lucas haar heeft verteld dat hij van haar af wilde, of iets in die richting, desnoods alleen al het laten blijken daarvan. Uit het boek blijkt namelijk via allemaal omwegen van andere componisten dat hij homoseksueel is en van haar af wil. 


Mijn mening

Bij mij begon het lezen al goed, ik snapte echt helemaal niks van wat er aan de hand was of wat er eigenlijk werd gezegd. Ik viel midden in het verhaal zonder maar ook een idee waar het over ging.
Op de eerste bladzijde begon iemand (nog steeds geen idee wie) over een een of andere zin van een rouwadvertentie van 24 jaar geleden en die zin stond nergens. Ik dacht letterlijk na 10 bladzijdes: "Hoe lang moet ik nog?!"
Later in het verhaal begreep ik iets meer, maar het was voor mij allemaal heel verwarrend. 
Bijna alles werd in de hij/zij-perspectief geschreven en dan heel af en toe ging het over op de ik-perspectief, ik had geen idee wie die "ik" was en bij de hij/zij-perspectief wist ik ook lang niet altijd over wie het ging. 
Op een gegeven moment werd het mij duidelijk dat alle mensen die met de hoofdpersoon te maken hadden, het verhaal vanuit hun oogpunt vertelden, maar daarbovenop ook nog hun verleden en dat ook nog eens door elkaar. Het was best wel interessant om een bijrol zo goed te kennen, maar ik had de helft van de tijd geen idee wie ik had leren kennen.
Ik denk eerlijk gezegd dat ik het beter had begrepen als ik een samenvatting van te voren had gelezen, maar dat is natuurlijk allemaal achteraf. 


Extra opdracht

Opdracht 1: 
1. Lees de tekst aandachtig.
2. Geef een omschrijving van het begrip 'empathisch vermogen'.
Empathisch vermogen is het zich goed kunnen inleven in anderen. Dit wordt gestimuleerd door het lezen van fictionele literatuur.
Opdracht 2:
In de eerste kolom staan dertien beweringen die gebaseerd zijn op de uitgangstekst. 
Controleer in de tekst of ze kloppen. Vul het schema verder in. 

1. Door het lezen van verhalen kunnen mensen zich beter inleven in anderen. Ja, want in de tekst staat; "Door het lezen van romans en poëzie kunnen mensen zich beter inleven in anderen."
2. Door het lezen van gedichten kunnen mensen zich beter inleven in anderen. Ja, want in de tekst staat; "Door het lezen van romans en poëzie kunnen mensen zich beter inleven in anderen."
3. Dat mensen zich beter in anderen kunnen inleven, kun je zien aan hun gezicht. Nee, want in de tekst staat; "Direct hierna volgden tests waarbij zij onder meer gezichtsuitdrukkingen beoordeelden."
4. De proefpersonen kregen willekeurige teksten te lezen. Nee, want in de tekst staat; "Sommige vrijwilligers lazen Tsjechov, andere lazen verhalen van 'mindere'literaire statuur."
5. In literaire fictie komen mensen met een meer ingewikkeld karakter voor. Ja, want in de tekst staat; "De onderzoekers denken dat dit komt doordat literaire fictie gelaagde karakters beschrijft."
6. In literaire fictie gedragen de personen zich onvoorspelbaar. Ja, want in de tekst staat; "Bij populaire fictie is dit volgens de onderzoekers minder het geval, omdat de hoofdpersonen zich een stuk voorspelbaarder gedragen."
7. Het was al bekend dat lezers van literatuur een groter empathisch vermogen hadden. Ja want in de tekst staat; "Eerder onderzoek toonde weliswaar aan dat fictieliefhebbers zich meer 
vinden in stellingen als: ‘Bij een meningsverschil probeer ik de kwestie eerst vanuit ieders standpunt te bekijken.’ Hierbij bleef echter onduidelijk of dit door de boeken zelf kwam, of doordat empathische mensen simpelweg meer literatuur lezen."
8. Dit Amerikaanse onderzoek vertelt niets nieuws. Nee, want in de tekst staat; "
.’ Hierbij bleef echter onduidelijk of dit door de boeken zelf kwam, of doordat empathische mensen simpelweg meer literatuur lezen."
9. Het is zeker dat empathische mensen meer literatuur lezen. Kan ik niet uit de tekst opmaken.
10. Het is hard nodig dat de waarde van literatuur wordt aangetoond. Ja, want in de tekst staat; "
Dit vinden zij hard nodig, want romans lezen daalt al jaren als vrijetijdsbesteding."
11. Een blijvend effect van het lezen van literatuur is niet aangetoond; "Ja, want in de tekst staat; "Was zijn de langetermijneffecten van literatuur lezen? Was het inlevingsvermogen een week of maand na het lezen nog net zo goed? Dat blijft onduidelijk."
12. Alleen literatuur vergroot het empathische vermogen van de mens. Nee, want in de tekst staat; "Ook hopen ze te bepalen hoe andere kunstvormen, zoals toneelstukken en films, empathische vaardigheden kunnen versterken."


Opdracht 3: 

Stel, je bent een groot liefhebber van literatuur. Je vindt dat er op school veel te weinig 
aandacht aan literatuur wordt besteed. Je hebt dit onderzoek gelezen en grijpt dit aan 
om in een brief aan de directie (met een kopie voor je docent) te pleiten voor een grotere 
plaats voor literatuur in het onderwijs. 
Je brief (let op de juiste briefvorm) bestaat uit de volgende delen: 
• inleiding 
• beschrijving van de huidige situatie 
• eigen standpunt (stelling / bewering) 
• argumenten (objectieve, maar ook subjectieve) 
• verzoek (formuleer zo nauwkeurig mogelijk) 
• afsluiting
________________________________________________________________________

Kaylee Ruitenbeek
[ADRES]

Drs. J.W. Verhulst
Vechtstede College
Amstellandlaan 1a
1382 CD
WEESP

Weesp, 16 april 2014

Betreft: aandacht literatuur

Geachte Drs. J.W. Verhulst, 

Literatuur is een belangrijk element in de opvoeding van een kind. Dit is de reden waarom ik deze brief schrijf. Ik vind dat er te weinig bij ons op school wordt gedaan aan literatuur. 

Het is op school nu zo, dat je elke periode een boek moet lezen van de leeslijst. Hierop staan vooral oudere boeken met een heel ander taalgebruik dan wij zijn gewend. Persoonlijk vind ik dit geen probleem, maar medeleerlingen vinden dit vaak niet fijn lezen. Daarom zoeken zij bijvoorbeeld liever een samenvatting op en lezen dit boek dan niet. Hierbij zijn ze dus niet bezig met literatuur. Maar wat ook nog eens zo is, is dat er te weinig aandacht wordt besteed aan de literatuur op school. Wij krijgen een lijst waar we een boek uit mogen kiezen en vervolgens moeten wij daar opdrachten over maken. Geen extra informatie, tips of iets anders. 

Ik zou graag willen zien dat we in de lessen ook veel aandacht aan literatuur besteden. Bijvoorbeeld een boek lezen tijdens de les. Maakt niet zoveel uit wat. Er gewoon mee bezig zijn. 

Met vriendelijke groet,

Kaylee Ruitenbeek